Inleiding

De paragraaf grondbeleid geeft op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkelingen bij het Grondbedrijf. Een verdere verdieping op de financiële positie van het Grondbedrijf vindt u in de ‘Voorlopige prognose 2018’. Deze bieden wij separaat aan in navolging op deze begroting en geeft een beeld van het te verwachten resultaat bij de Jaarrekening 2017 en het lange termijn resultaat voor de Prognose 2018. De basis voor deze begroting zijn de jaarschijven 2018 tot en met 2022 en het resultaat van de grondexploitaties bij het opstellen van de Prognose 2017.

Managementsamenvatting

In navolging van 2017 verwachten we voor de Begroting 2018 een stabiele positie van het Grondbedrijf. De verwachting is dat de reserve Grondbedrijf stijgt in 2017 van € 3,69 naar € 6,92 miljoen, maar onder andere door een afdracht aan de Westelijke Dordtse Oever (WDO) in 2018 zal afnemen naar € 2,08 miljoen. De omvang van de algemene reserve grondbedrijf is niet voldoende voor het opvangen van de risico's die zijn gekwantificeerd op € 9,97 miljoen.

Het totaal van exploitatieresultaten en risico's laat een positieve vermogenspositie zien van € 27,07 miljoen. Bij de Prognose 2017 was dit € 39,92. Bij de Kadernota 2018 is het besluit genomen om de erfpachtexploitaties per 01-01-2018 niet meer toe te rekenen aan de vermogenspositie van het grondbedrijf. Daarmee vervallen de inkomsten (maar ook de daaraan gerelateerde risico's) uit de erfpachtexploitaties voor het grondbedrijf. Door het uitnemen van de toekomstige inkomsten uit erfpacht (gesaldeerd met structurele kosten), wordt de vermogenspositie van het grondbedrijf niet meer met structurele middelen gevoed.

In de loop van 2017- 2018 wordt besluitvorming verwacht op een aantal dossiers die de vermogenspositie van het grondbedrijf kunnen beïnvloeden, zoals de visievorming Spuiboulevard, de herontwikkeling van de brandweerkazerne aan het Oranjepark, een nieuwe gebiedsvisie voor Amstelwijck, en de herontwikkeling van sportterreinen en schoollocaties.