Wat zijn de indicatoren?

De indicatoren voor dit programma zijn vastgesteld bij de start van deze bestuursperiode (2014). Dit geldt ook voor de nul- en streefwaarden. Uitgangspunt is om indicatoren en nul- en streefwaarden alleen bij de Tussenbalans (zie bijlage 1) aan te passen.

Kengetal 

0-waarde
2013 

Actuele waarde (2016)¹

Streefwaarde 2018²

1. Rapportcijfer veiligheid in buurt 

7,0 

7,0 

Hoger dan gemiddelde G32 (in 2016 was dit 7,1) 

2. Percentage bewoners dat in de afgelopen 12 maanden minimaal eenmaal slachtoffer is geworden van een geweldsdelict, vermogensdelict of vandalismedelict 

17,8 

17,8 

Lager dan gemiddelde G32 (in 2016 was dit 19,4) 

3. Percentage bewoners dat veel sociale overlast ervaart³

12,5 

13,1 

Lager dan gemiddelde G32 (in 2016 was dit 14,1) 

Bron voor alle kengetallen is de Veiligheidsmonitor.

  1. In de tweede helft van 2016 vond in Dordrecht in het kader van de Veiligheidsmonitor een kleinschaliger onderzoek plaats. Dit betekent dat wij voor dit jaar wel cijfers hebben op gemeenteniveau, maar niet op wijkniveau. Dit heeft gevolgen voor de vergelijkbaarheid van de cijfers over 2016 met de cijfers over 2015 (toen wel een grootschaliger onderzoek plaatsvond). In 2013 en 2014 was het onderzoek net als in 2016 ook kleinschalig van opzet. In het najaar van 2017 zullen we weer deelnemen aan een grootschaliger onderzoeksopzet, waardoor we voorjaar 2018 over cijfers op wijkniveau kunnen beschikken.
  2. De streefwaarden zijn afhankelijk van de ontwikkeling van het gemiddelde van de G32, omdat de doelstelling is om beter te blijven scoren dan dit gemiddelde.
  3. Sociale overlast omvat de volgende vijf vormen van overlast: dronken mensen op straat, drugsgebruik of drugshandel, mensen die op straat worden lastiggevallen, rondhangende jongeren, en overlast door buurtbewoners.